Achtergrond

De Engelse taal heeft een prachtig woord dat lang in onbruik is geweest maar weer terug begint te komen: The Commons. Gemeenschappelijke weidegrond zijn een Common, en een visgrond ook; maar ook een waterbron, een zandgroeve, een bos. Commons zijn geen eigendom maar worden wel beheerd door een gemeenschap. Voor de leden van de gemeenschap is de common een bron: een bron van water, van vis, van zand, van sprokkelhout, van gras voor je koeien.

Ook Nederland had commons. Wij hebben de woorden “brink”, en “meent”. Een meent hoort bij een gemeenschap. Ons woord “gemeente” is eraan verwant. Onze dijken ontstonden in zulke gemeenschappen, die uitgroeiden uit tot onze oudste democratische organisatievorm: het waterschap.

Vanaf de 16e eeuw begon in Engeland de teloorgang van de Commons. Meer en meer land kwam in eigendom, tot de huidige situatie ontstond waarin alle land in eigendom is van particulieren, bedrijven, of de overheid. Maar in de laatste decennia, dankzij de komst van Internet, zijn nieuwe Commons ontstaan. Wikipedia is een prachtig voorbeeld: onderhouden door tienduizenden, gebruikt door honderden miljoenen, financieel gesteund door miljoenen. Anders dan vroeger zijn deze nieuwe Commons geen fysieke bronnen.

Perspectives heeft een nieuwe Meent gemaakt. Onze Meent is een infrastructuur, zoals wegen en waterleiding infrastructuur zijn. Een infrastructuur is een ander soort bron dan een waterput: je consumeert een weg niet, maar je gebruikt hem om een doel te bereiken. Onze Meent is dus een ander soort Common dan bijvoorbeeld Wikipedia.

Ik zal uitleggen waar onze Meent toe dient, maar ik moet daar een omweg voor nemen.

Denk aan Uber, AirBnB en Parship. Mensen die deze commerciële diensten gebruiken, handelen samen volgens bepaalde patronen: een passagier rijdt mee met een taxichauffeur, een vakantieganger huurt accommodatie van een eigenaar, mensen gaan een romantische relatie aan. Zij beschrijven daartoe hun taxi, accommodatie of zichzelf, in termen van een aantal gegevens zoals locatie en capaciteit (Uber, AirBnB) of leeftijd, sexe en interesses (Parship). De onderliggende IT infrastructuur matcht gegevens van aanbieders en vragers en biedt een selectie aan.

In ons dagelijks leven nemen we deel aan honderden van dat soort patronen – maar zonder er software bij te gebruiken. Denk aan zorg voor kinderen, of voor een behoeftige ouder, aan voorlezen op school, aan gezamenlijk een huishouden voeren of een auto delen; maar ook aan een verjaardagsfeestje of een jaarvergadering. Talloze onderwerpen in talloze variaties, waarbij mensen samen dingen doen en hun activiteiten onderling afstemmen.

In onze huidige tijd gebruiken we voor dat afstemmen communicatiekanalen zoals WhatsApp, Facebook en Twitter. Daarmee kunnen we ons bedienen van taal en beeld. Maar hoe handig zou het niet zijn om een aanvinklijstje te hebben op WhatsApp, als je een etentje organiseert? Vrije taal is prachtig, maar soms is gestructureerde informatie beter. Dat laten Uber, AirBnB en Parship zien.

Onze Meent is een infrastructuur om snel en eenvoudig IT ondersteuning a la Uber enz. te maken voor zulke patronen van samenwerken.

Het gaat om zaken die een belangrijke plek in je leven innemen. We noemen zo’n situatie daarom een “Plek”, zodat je kunt zeggen dat alles en iedereen op zijn plek staat, als je het goed geregeld hebt. Op onze Meent maken we een flink aantal van dat soort plekken. Dat betekent dat we voor elke plek een model maken, in termen van rollen en acties. De infrastructuur doet de rest. Dus als het model er is, zijn er automatisch voor alle soorten deelnemers ook schermen om het handelen te ondersteunen. Wie een feestje wil vieren, of het babysitten wil regelen, maakt met één druk op de knop naar het toepasselijke model een plek aan en nodigt de anderen erin uit.

Onze Meent heeft geen servers nodig. Geen cloud. Geen centrale organisatie. Er is geen database waar alle gegevens van iedereen in zitten. En dus is geen er jackpot van privacygevoelige gegevens om te stelen. Elke deelnemer bewaart namelijk zijn eigen gegevens, op zijn eigen apparaten. En je deelt gegevens, maar alleen met degenen met wie je op een bepaalde Plek samenwerkt.

Privacy is hèt IT probleem van onze tijd. We weten allemaal dat talloze bedrijven, overal ter wereld, gegevens van en over ons verzamelen. Ons online gedrag wordt nauwkeurig geobserveerd en vastgelegd. En met de komst van smartphones met gps en bewegingssensors, om nog maar te zwijgen over fitbits met hartslag- en andere meters, gaat het in toenemende mate ook om onze beweging, waar we zijn, hoe we biologisch functioneren. Bedrijven, die van spionnage hun business model hebben gemaakt.

Maar zèlfs als alle organisaties waarmee je te maken krijgt, je netjes zouden vragen om je gegevens te delen, zouden we nog steeds een probleem hebben. Welke gegevens wil je delen? Met wie? Waarvoor? Onder welke omstandigheden? Hoe bepaal je wat de ontvangers ermee zullen doen? De huidige IT industrie zou niet eens weten hoe ze dat probleem aan zouden moeten pakken. Sinds de Europese privacy richtlijn GDPR van kracht is, houdt elke site ons staande om hun richtlijnen te lezen en hun cookies te accepteren. Ieder van ons heeft ervaren hoe onwerkbaar dat is.

Het idee van een Plek die ertoe doet, waar je degenen ontmoet die ertoe doen, biedt een prachtige oplossing voor dat probleem. Je ziet met wie je gaat delen en bovendien maakt het model 100% duidelijk wàt iedereen zal kunnen zien en ermee kan doen. Volkomen helder. En er is géén organisatie die zich dan vervolgens ook nog maar aan de afspraak moet houden – alleen jij en de andere deelnemers spelen een rol. Je weet wie je kunt vertrouwen!

Wij hebben deze nieuwe Meent in kaart gebracht, ontgonnen, voorbereid. Het werk is nog bezig, maar zolangzamerhand is het tijd om de gemeenschap eromheen te gaan vormen. Een Meent is niet in bezit. Maar er moet wel voor gezorgd worden. Een dijk heeft ook onderhoud nodig. Zo ook onze nieuwe Meent.

De Meent zorgt voor werk. In de eerste plaats werk aan de infrastructuur zelf, de basis. In de tweede plaats werk aan modellen. Wij maken enkele tientallen modellen die beschikbaar zullen zijn als de Meent open gaat. Maar daar zal het niet bij blijven. Na de opening blijven we nieuwe modellen toevoegen. Maar veel belangrijker is dat andere leden van de gemeenschap dat óók kunnen doen. Iedereen met wat analytisch vermogen en voldoende doorzetting kan modellen maken en bijdragen.

Onderhoud van de infrastructuur en modelleren is noodzakelijk werk. We hebben het volgende simpele systeem bedacht om ervoor te zorgen dat dat werk ook echt uitgevoerd wordt:

  1. ieder lid van de Meent draagt maandelijks 3 euro bij;
  2. de lidmaatschapsgelden worden verdeeld onder de modelleurs en de onderhouders van de infrastructuur.

Zo creëren we met de Meent ook een nieuwe bron van inkomsten voor een deel van de leden van de gemeenschap.

De Meent is nog niet open. Er moet nog flink wat werk verzet worden. We nodigen je uit om dat mogelijk te maken door nu al lid te worden en een jaargeld bij te dragen, dus 36 euro. Daarmee ben je mede-financier van deze nieuwe Common!

Op dit punt aangekomen, denk je misschien: in plaats van betalen, kan ik ook wachten. Wachten tot iemand dit soort diensten gratis aanbiedt. We hebben al Sinterklaaslijstje.nl, er zal ook wel een babysit.nl komen.

En je hebt gelijk. Jeff Bezos, baas van Amazon, bijvoorbeeld, heeft niet genoeg aan boeken. Het is hem niet genoeg dat Amazon de grootste winkel in elektronica ter wereld aan het worden is. Hij is er niet tevreden mee, dat hij nu ook al levensmiddelen verkoopt. Geenszins! Hij heeft zijn oog nu laten vallen op de gezondheidszorg in de VS. Die is een puinhoop: mensen betalen de hoofdprijs en krijgen er ondermaatse diensten voor terug. Dat kan Amazon beter! Jeff Bezos wil de intermediair zijn tussen alle mensen. Hij wil èlke interactie onderscheppen. Hij wil àlles van je weten. Hij wil niet alleen voorspellen welke boeken je wil lezen, hij wil al weten dat je dorst krijgt voordat je het zelf weet. En je dan iets verkopen. Alexa luistert al mee, in talloze huiskamers. En anders staat Mark Zuckerberg wel klaar, met Facebook. Of Google. En Uber wil alle vervoer. De superkapitalisten van Silicon Valley wachten niet af.

Elk gebied dat de overheid braak laat liggen, is een potentiële markt voor Bezos en de zijnen.

Intussen buit Bezos een geheel nieuwe klasse van afhankelijken tot op het bot uit. Mensen die in de VS bij Amazon werken, hebben recht op voedselbonnen! Hij betaalt geen belasting voor de wegen die zijn auto’s gebruiken, evenmin voor het onderwijs dat zijn medewerkers hebben genoten en al helemaal niet voor de sociale zekerheid die mensen behoedt voor de afgrond als ze door hem aan de kant gezet worden.

Bezos rolt de middenklasse op. Wij, in Europa, weten wat dat betekent, dankzij onze collectieve herinnering aan de jaren dertig en wat erop volgde.

Kate Raworth deelt de samenleving op in gezin, commons, overheid en bedrijfsleven. Bezos cum suis heersen in het een groot deel van het bedrijfsleven en hebben via de detailhandel en diensten voor burgers hun tengels al uitgestrekt tot in de andere sectoren.

Wij hebben nu de keuze: laten we gezin en commons uiteindelijk óók exploiteren door Bezos cum suis? Of organiseren we ons door co-operatieve software te gebruiken en laten we zien dat Europa een alternatief heeft voor het superkapitalisme van Silicon Valley?